Energiezuinigheid: wat verandert er in 2015?

Weet u het nog, het Lenteakkoord van 2008? En de afspraak dat vanaf 2015 de energieprestatiecoëfficiënt flink verlaagd wordt? Zowel in de woning- als utiliteitsbouw. Duinwijck zet voor u op een rij aan welke EPC-eisen u zich moet gaan houden.

In 2008 is met de partijen van het zogeheten Lenteakkoord energiezuinige nieuwbouw afgesproken dat de energieprestatiecoëfficient (EPC) voor woningen vanaf 1 januari 2015 zou worden aangescherpt van 0,6 naar 0,4. Deze partijen, Bouwend Nederland, NEPROM, Aedes en NVB, spraken tevens af dat in de utiliteitsbouw de EPC vijftig procent strenger zou gaan worden. In het recente Energieakkoord voor duurzame groei, waaraan zowel overheid als marktpartijen zich hebben gecommitteerd, is afgesproken dat nieuwbouw vanaf eind 2020 bijna energieneutraal gebouwd moet worden. Voor nieuwe overheidsgebouwen geldt dat dit al vanaf eind 2018 moet gebeuren. Dit is conform de Europese richtlijn Energieprestatie van gebouwen (EPBD), die als doel heeft om het energiegebruik in gebouwen in de Europese Unie te verminderen. De aanscherping in 2015 is van groot belang om conform de Europese richtlijn te gaan werken.

In 2013 heeft WE/Arcadis, begeleid door een commissie van een aantal marktpartijen die ook deelnemen aan het Overleg Platform Bouwregelgeving (OPB), een onderzoek uitgevoerd naar de consequenties van deze EPC-aanscherping.

Op basis van de resultaten van dit onderzoek heeft minister Blok de Tweede Kamer medegedeeld dat hij eerst met marktpartijen in overleg wilde en pas dan zou besluiten over het aanscherpen van de normen. Op 19 december 2013 heeft de Tweede Kamer echter verzocht om de aanscherping toch in gang te zetten. De reden hiervoor is dat conform de richtlijn EPBD nieuwbouw vanaf eind 2020 bijna energieneutraal moet zijn. Daarom heeft minister Blok aangekondigd om alsnog per 1 januari 2015 de minimumeisen te verhogen. *

Behalve de EPC worden ook de eisen voor de warmteweerstand (Rc-eisen) aangescherpt en gedifferentieerd naar vloer, gevel en dak. Ook dit wordt als een belangrijke maatregel gezien om de doelstellingen van de EPBD te bereiken. Met de aanscherping van de Rc-eisen is invulling gegeven aan de toezeggingen uit de brief ´maatregelen energiebesparing gebouwde omgeving van 29 november 2013 (Kamerstukken II 2013/14, 30 196, nr. 227).

Hoogte van de eisen
Per 1 januari 2015 worden de EPC-eisen als volgt:

In de EPC-berekening moet gebruik worden gemaakt van de Rc-waardes. Duinwijck werkt hier dagelijks mee en realiseert zich dat de waardes, in tegenstelling tot het verleden, flink hoger liggen. Vergis je niet!

• De prestatie-eisen voor de Rc van dak en gevel van nieuwe woningen worden aangescherpt.
• De eisen voor verticale uitwendige scheidingsconstructies (gevels) worden aangescherpt van Rc=3,5 m2.K/W naar Rc=4,5 m2.K/W.
• De eisen voor horizontale en schuine uitwendige scheidingsconstructies ( daken) worden aangescherpt van Rc=3,5 m2.K/W naar Rc=6,0 m2.K/W.
• De eisen voor uitwendige scheidingsconstructie, grenzend aan grond, kruipruimte of water (vloeren) blijven gehandhaafd op Rc=3,5 m2.K/W.

Ten aanzien van ramen, deuren en kozijnen is de eis ten aanzien van de U-waarde gehandhaafd op een gemiddelde U van ten hoogste 1,65 W/m2.K. Wel is in de wijziging van het Bouwbesluit geregeld dat een individuele component (dus een afzonderlijk raam, deur of kozijn) maximaal een U-waarde van U=2,2 W/m2.K mag hebben, mits gewaarborgd blijft dat gemiddeld U=1,65 W/m2.K is gerealiseerd.

Duinwijck maakt voor u de EPC-berekening zodat u zeker weet dat in uw ontwerp de normen behaald worden.

* Motie aanscherping minimumeisen energiebesparing gebouwen per 1 januari 2015 van 7 februari 2014 (Kamerstukken II 2013/14, 30 196, nr. 233)